Wednesday, November 23, 2005

Take it easy my brother P. Leno (3) - Salvador de Bahia

Voor ik naar Brazilië vertrok, kreeg ik een massa tips van mensen die er al één keer tot 13 keer geweest waren. Salvador de Bahia stond duidelijk op 1. Letterlijk tien minuten voor ik in het vliegtuig stapte, belde ik nog met Liesbeth, die twee jaar in Brazilië heeft gewoond. Zij zei : "Salvador is veel te toeristisch, ga naar Olinda." En gelijk had ze.

Salvador werd mijn tweede ontgoocheling, na Rio. En met uitbreiding Recife, kortom de grote steden zijn mij dik tegengevallen in Brazilië.

Wat is er dan zo fout aan Salvador ? Ik had het mij kleiner voorgesteld, gezelliger ook. Zelfde probleem als met Rio. Te groot, gigantisch veel appartementsblokken, Benidorm-toestanden. Je komt toe in de luchthaven, dat is 26 km van het centrum, en onderweg zie je niets dan appartementsblokken en shopping centra. Je waant je in de Verenigde Staten. Zij het niet dat je onderweg ook favellas ziet.

En dan kom je toe in de oude stad, Pelourinho. Daar zie je de typische Portugese huisjes, mooi geschilderd en mooi opgesmukt - met geld van de Verenigde Naties en rijke buitenlanders.



Knap, op het eerste zicht. Tweede indruk, dit is een rottoeristische stad, volledig verpest door de commercie en door een opgefokte sfeer die je in Leuven aantreft tijdens Marktrock. Conclusie : foute boel, wegwezen hier. Je wordt er constant aangeklampt door brolverkopers en bedelaars allerhande. De meeste Brazilianen zijn echt wel vriendelijk, maar die lastigaards in Salvador hoef ik niet. Ook al is Pelourinho dan een "fuifstad", echt goede cafés zijn er nauwelijks. Ik telde 1 goed café met wat funky optredens, 1 reggaecafé, en 1 hip internetcafé, uitgebaat door een Belg, en waar ik een Belgische groep van Joker ben tegengekomen, waaronder Veerle, die ik kende van de les Portugees. Zeer toevallig, en ja, de wereld is klein.

Qua muziek heeft Pelourinho ook al niet zoveel te bieden. Geen spoor van bossanova. Grote ontgoocheling was het optreden van Olodum, de "beste percussieband ter wereld". Op zich is de percussie wel aardig, maar waarom moeten ze optreden met zo'n carnavalsclown ? De Brazilianen en de meeste toeristen zagen er geen graten in. Ik haastte mij weg naar het reggaecafé, bij de rasta's. Er is wel een goede CD-winkel in Salvador, waar ze ten zeerste verbaasd waren dat ik artiesten kende als Seu Jorge, Armandinho, Yamandu Costa en Paulo Moura. De voorstelling van de capoeira-school was het enige authentieke waar ik heb van genoten in Salvador. Er flitste mij terplekke een wereldsong van Johan Verminnen door het hoofd "Ik wil de wereld zien".

Ik wil, ik wil ik
Ik wil een zonsopgang in Afrika
De capoeira dansen in Bahia
Tequila drinken in New Mexico
En caipirinha in Rio


Men kan zich afvragen of de Brazilianen zelf echt baat hebben bij een toeristisch pretpark als Pelourinho. De meeste huizen zijn nu dus gewoon winkeltjes die vermoedelijk eigendom zijn van rijke buitenlanders. De rest van de stad bestaat uit verkrotte huizen en lelijke appartementsblokken. Om u een idee te geven hierna een foto van het échte Salvador.



De enige reden om dus (lang) in Salvador te blijven is dat het centraal ligt voor uitstappen. Zo ben ik meerdere keren met de boot naar het zalige eiland Itaparica geweest, éénmaal naar een ander eiland, Morro de Sao Paulo, eenmaal naar de plage van Arembepe ( ideaal want hier komen nauwelijks toeristen, wel Brazilianen ) en een daguitstap naar Cachoeira, een slavenstadje. Die daguitstap naar Cachoeira bleek een tourist trap. De gids had het in de bus voortdurend over candomblé, de Afrikaanse voodoo-rituelen van de slaven, terplekke hebben we niks candomblé gezien. Wel vier mediocere musea op een drafje. In de stad zelf hebben we niet eens kunnen wandelen en we besloten de "daguitstap" 's middags al met een lunch van twee uur in een duur restaurant buiten de stad.

In Salvador had ik ingecheckt in een hostel, ideaal om contacten te leggen. Je komt daar dan backpackers tegen van divers pluimage. Vooral in Lençois heb ik enkele vrienden gemaakt, maar ik ben ook een pak ergerlijke types tegengekomen op deze reis. Een top-5.

1. Sandy, Australische uit Sydney. Geen backpacker, bezoekt enkel deftige hotels. Vader was Servisch. Ze heeft de looks van Margriet Hermans voor haar maagring en voor haar plastische chirurgie. Verdedigt Milosevic. Vindt Brussel een prachtige stad. De blauwe belichting van het Brusselse stadhuis - ongetwijfeld tijdens de Winterpret-Plaisirs d'Hiver-leute - vond ze één van de adembenemendste dingen die ze ooit gezien had. Over de favellas in Rio : "Those people should not complain. They have the best view in the city !" Als ik Sandy vertel dat ik naar Olinda ga, krijg ik allerhande - nutteloze - tips. Je moet naar die (dure) pousada gaan en die kamer vragen met zicht op de oceaan, je moet die (dure) gids nemen, je moet naar die plage gaan en gaan lunchen in dat restaurant ... Vriendelijk mens hoor, die Sandy.

2. Frans jong koppel. Hij heeft een arty farty bril, zij heeft een bitchy stijl. In plaats van te hiken in het natuurpark, lopen ze ganse dagen doelloos te pronken in Lençois, arm in arm. Haar tweede hand zit zichtbaar in zijn kont. Negeren je compleet, totdat ze blijkbaar iemand tegenkomen die jij ook kent. Zij geeft direct een hartelijke begroeting met twee kussen. Vriendelijke mensen hoor, dat Frans koppel.

3. Koppel op het "paradijselijke" eiland Morro de Sao Paulo. Hij heet David, Amerikaan uit Boston, 46 jaar. Zij heet Maxi, is naar eigen zeggen "nog jong" - naar schatting 30, Braziliaans, uit de buurt van Rio. Hij heeft als kind een jaar in Brussel gewoond maar herinnert er zich weinig van. Dit eiland is het mooiste wat hij ooit gezien heeft. Ze zijn hier met een vliegtuig naartoe gekomen en zullen een week blijven. "How did you find out about this island ?" vraagt hij mij. Dit is het meest toeristische eiland, het Ibiza van Noord-Brazilië, mister. Zij is helemaal veramerikaniseerd, na een gesprek van een uur besluit ze met "naaaaaaaaice to meet you". 's Anderendaags in de morgen zie ik ze weer. Ook nu word ik op een "naaaaaaaice to meet you" getracteerd. Vriendelijke mensen hoor, daar niet van.

4. Een stel ruige, geföhnde Engelstalige backpackers met de obligate oorringen en tatoeages heeft blijkbaar verbroederd met enkele Brazilianen. Marihuana en zo. Coole mannen ondereen, je kent dat. Wachtend op de nachtbus verbroederen ze een laatste maal, zeer luidruchtig uiteraard. Op de bus roept één van die pipo's dan nog "See you later, bastards". Tamara Patricia Soledad, de Chileense antiglobaliste, had een leuk woord voor zo van die lullige backpackers : careta.

5. In het hostel van Salvador hangt een type rond met baard en bril, type "Spaanse intello". Hij probeert vruchteloos contact te leggen met het andere geslacht. Zit voortdurend op Internet, monopoliseert de computer. Tot naast hem op de tweede computer een bloedmooie Argentijnse komt zitten. De man ziet zijn kans schoon en start een gesprek. Hij vergeet totaal zijn oninteressante email, de Argentijnse kan nauwelijks haar email checken en ze zitten daar minstens een uur te keuvelen terwijl anderen wachten tot ze zijn uitgepraat en de computers vrijkomen. 's Anderendaags zie ik de Spanjaard op een boot stappen, alleen, zonder Argentijnse.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home